Eindterm ICT:
De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.

Situering wiskunde:
MR69 De tijd aflezen en aanduiden, de tijd noteren en tijdsaanduidingen lezen en correct interpreteren.
b) op een analoge en digitale klok tot op één minuut nauwkeurig.

Activiteit:

De leerkracht verstopt in de klas verschillende klokjes, zowel analoge- als digitale klokken. De leerlingen mogen per 2 in stilte rondlopen. Als ze een klokje tegenkomen, nemen ze deze mee naar hun bank en trekken ze er een foto van. Deze foto moeten ze zo dadelijk voorstellen aan hun klasgenoten op het digibord. Ze mogen zelf kiezen op welke manier ze de informatie voorstellen. Informatie dat ze zeker moeten vermelden is om welke soort klok het gaat en hoe laat het daarop is.

Verantwoording:
Bij deze opdracht wordt opnieuw gebruik gemaakt van een fototoestel, uiteraard wordt er verwacht dat ze er zorg voor dragen. Omdat ze per 2 gaan werken is het ook belangrijk dat ze samenwerken, zo kan bijvoorbeeld 1 persoon de foto nemen terwijl de andere leerling de afbeelding van het klokje op een leuke manier vast heeft om daarna te presenteren. De manier waarop ze de informatie aan anderen geven is vrij in te vullen. Ze kunnen gewoon een foto trekken en zeggen het is ..uur of ze kunnen er een leuke/originele foto van nemen en het uur voorstellen in een verhaal of mopje.